Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat aan de DGA verstrekte gelden bewust definitief aan de BV zijn onttrokken. Dat is een uitdeling die als regulier voordeel uit aanmerking belang wordt belast.

Een DGA hield alle aandelen van een holding-BV die op haar beurt 50% van de aandelen van een dochter-BV bezat. De DGA had een rekening-courantschuld aan de dochter-BV, die tussen 2011 en eind 2016 was opgelopen van € 1.011.027 op tot € 1.677.984. Van de rekening-courant was geen schriftelijke overeenkomst opgesteld, er waren geen afspraken gemaakt over aflossingen en er waren geen zekerheden gesteld. De rente werd jaarlijks bijgeschreven. De inspecteur belastte over 2011 tot en met 2016 een regulier voordeel uit aanmerkelijk belang van € 91.265 per jaar. Tegen de aanslagen tot en met 2015 maakte de DGA geen bezwaar, maar hij ging wel in bezwaar en beroep tegen de aanslag over 2016 waarbij ook een vergrijpboete van 50% (€ 10.287) was opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vond dat de inspecteur terecht een uitdeling in aanmerking had genomen die als regulier voordeel uit aanmerkelijk belang moest worden belast, omdat aannemelijk was dat de bedragen die de DGA in 2016 van de BV had ontvangen, niet meer zouden worden terugbetaald. De bedragen waren gebruikt voor levensonderhoud en voor het betalen van belastingschulden. De DGA voorzag al jaren op deze manier in zijn levensonderhoud en hij had geen andere bron van inkomsten om in zijn levensonderhoud te voorzien. Al die tijd had hij ook geen actie ondernomen om een van zijn twee onroerende zaken te verkopen of op andere wijze af te lossen op de rekening-courant. De Rechtbank vond het aannemelijk dat de BV en de DGA zich bewust waren geweest, of dat hadden moeten zijn, dat de door de BV verstrekte gelden niet meer zouden worden terugbetaald zodat de gelden definitief aan de BV waren onttrokken. De Rechtbank vond ook dat was voldaan aan de voorwaarden voor het opleggen van een vergrijpboete van 50% en vond die ook passend en geboden, maar matigde die met 10% tot € 8.229 omdat de redelijke termijn was overschreden.

P.s.
Het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap is inmiddels in behandeling bij de Tweede Kamer. De mogelijkheden voor houders van een aanmerkelijk belang om onbelast geld te lenen van hun eigen onderneming, worden beperkt. Zij kunnen kort gezegd vanaf 1 januari 2023 nog tot € 500.000 lenen, met uitzondering van bestaande eigenwoningschulden.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.