Opeens was ik de maaltijden zat die ik al maanden thuisbezorgd krijg. Overigens naar volle tevredenheid want ik heb nog nooit zo divers gegeten als de afgelopen maanden. Maar ik wilde gazpacho. Ha… daar had ik echt zin in met dit warme weer.
Heerlijk koude soep vertelde ik de overbuurman en daar kon hij niets mee. Soep moet lekker warm zijn ofwel heet. Lauwe soep viel ook niet in goede aarde. De soep wordt niet zo heet gegeten als hij opgediend wordt! Maar met dit warme weer geef mij maar heerlijke koude gazpacho. De eerlijkheid gebied me te bekennen dat ik er wel even aan moest wennen toen ik het de eerste keer at. Ondertussen is dit alweer jaren geleden en vind ik het heerlijk. ‘Ik stuur je wel een appje’ zei ik tegen de overbuurman dan kun je de in mijn ogen overheerlijke koude soep, eten. Een paar dagen later stuurde ik een appje dat de soep klaar was. Ik had de ‘linke soep’ in een pannetje gedaan. Niet te veel want ik had ‘geen hoge pet op’ dat er smullend van gegeten werd. Na een paar dagen vroeg ik aan de overbuurvrouw via de app, hoe hij gesmaakt had. Lekker? Vreselijk vies? Gaat wel? Nooit meer? En zo waren er uiteraard nog wel meer variabelen hoe je vanuit mijn smaakpapillen overheerlijke soep, de nek kon omdraaien. Aangezien ik geen bericht terugkreeg zag ik de bui al hangen? Zou het zo erg zijn? Zouden ze er ziek van zijn geworden?
Een dag later bleek dat zoonlief jarig was en het beantwoorden van mijn appje nu niet direct de eerste prioriteit was op dat moment. Tja daar kan ik wel inkomen omdat wat later bleek, het duimpje omhoog niet gegeven kon worden. ‘We hebben het geprobeerd en nog even doorgezet, want jij zei dat het even wennen was. Maar dat was het ‘m ook niet, het wende niet,’ kreeg ik te horen. De overbuurvrouw en haar man hadden er ‘geen soep van kunnen maken.’ Smaken verschillen en dat is maar goed ook. Dat maakt het leven smeuïger, spannender, creatiever en altijd een verassing. Een paar dagen later kreeg ik een foto van een kom soep van mijn jongste zoon, waarschijnlijk een reactie op de foto die ik van mijn gazpacho gestuurd had. Was het wel soep? Er zaten zoveel gerechten in? En jawel hoor het was: noedelsoep met buikspek en 63-graden-ei. Ik kreeg meteen het recept erbij gestuurd en zag allerlei ingrediënten die ik niet herkende laat staan ooit gegeten had. Het was in ieder geval erg indrukwekkend en tja dan kon ik met mijn koude soep niet zeggen. Hij vond ‘mijn’ soep niet lekker en ik twijfelde erg of ik de Japanse soep wel lekker zou vinden als ik hem ooit voorgeschoteld kreeg. Het buikspek mocht er wat mij betreft al direct uitgehaald worden. Op mijn vraag of de soep lekker was kreeg ik een bevestigend antwoord: Smaakte net als de soep die ik in Japan gegeten heb. Tja smaken verschillen en dat is maar goed ook. Anders zou het wel erg eenzijdig zijn wat koken, bakken, grillen et cetera betreft. Ik dacht opeens aan ‘de zondagse soep’ die mijnmoeder altijd maakte en dat ik griezelde van de vermicelli, die lustte ik niet. Nu eet ik overigens wel noedels! Toen ik later zwanger was kon ik de geur van de soep zelfs niet verdragen. We moeten vaak ook wennen aan ‘nieuwe’ smaken. En sommigen pakken dat probleem wel heel radicaal aan. Zoals mijn overbuurman die geen pindakaas lustte. Hij verplichtte zichzelf een week lang een boterham met pandakaas te eten. En jawel hoor, hij was erdoor! De geboorte van pindakaas was een feit. Hiep, hiep hoera!
Tilly Gerritsma, Mill