De landelijke verkiezingen liggen net achter ons, en de gemeenteraadsverkiezingen komen alweer in zicht. Wat vliegt de tijd! Toch is het voor mij nog te vroeg om terug te blikken, want we zijn volop bezig met projecten en plannen. En eerlijk gezegd vind ik dat helemaal niet erg, het werk is boeiend en het geeft voldoening om te zien hoe onze inzet bijdraagt aan een fijne en veilige leefomgeving voor onze inwoners.
De openbare ruimte is een belangrijk onderdeel van mijn portefeuille. Echt zo’n onderwerp waar iedereen dagelijks mee te maken heeft en waar ook veel mensen ideeën over hebben. Gelukkig denken veel inwoners dan ook actief mee, en daar zijn we als gemeente heel blij mee. Zeker in een gemeente die qua oppervlakte de grootste van Brabant is, zijn uw ogen en oren onmisbaar. U kent uw eigen omgeving immers het beste.
Verkeersveiligheid en sociale veiligheid spelen daarin een grote rol. Nu de dagen weer korter worden, valt op hoe belangrijk goede verlichting is, niet alleen om veilig te kunnen fietsen, oversteken of autorijden, maar ook voor het gevoel van veiligheid.
Na ingrijpende gebeurtenissen gaat het bij straatverlichting vaak juist om dat gevoel van onveiligheid en niet per se om een écht gevaar. Hoe zwaar zo’n gevoel ook kan wegen, extra licht is niet altijd de oplossing. Daarom maken we steeds een zorgvuldige afweging tussen wat werkelijk bijdraagt aan veiligheid én aan het gevoel van veiligheid.
Ons uitgangspunt blijft: veiligheid voorop. Jaarlijks plaatsen we ongeveer 300 nieuwe lantaarnpalen. Tegelijkertijd passen we het principe ‘niet verlichten, tenzij’ toe, vooral in het buitengebied. Dit is volgens het motto van de Brabantse Milieufederatie: laat het donker donker. Natuurlijk blijven we alert op signalen uit de samenleving en passen we ons beleid aan waar nodig.
Zo proberen we iedere dag een balans te vinden: een openbare ruimte die veilig én prettig is voor iedereen.
Wethouder David Sölez
