Mark Janssen

Dorp kan het prima zelf regelen’ kopte de Gelderlander vorige week over een initiatief in Sint Anthonis. In 2015 kregen dorpsraden en verenigingen in deze gemeente extra geld in ruil voor meer eigen initiatief en zelfstandigheid. Dat is een andere boodschap dan verlaging van subsidies.

Het CDA is groot voorstander van ons lokale leefbaarheidsbudget. Het is echter wel jammer dat dit gepaard gaat met een bureaucratisch proces van plannen schrijven, toetsingscriteria en een selectiecommissie. Doet het niet veel meer recht aan hun zelfstandigheid om dorpen onvoorwaardelijk een bedrag voor wijkgerelateerde projecten te schenken? In Duitsland werken gemeenten ook al met een zogenoemde ‘burgerhaushalt’.

In Sint Anthonis ontvangen inwoners € 1.500,- per kern of wijk en € 0,75 per inwoner. In Ledeacker ging het geld naar het opknappen van het dorpshart, Westerbeek stak het geld in een maaimachine voor het geprivatiseerde sportpark en in Landhorst ging een deel van het budget naar de ontwikkeling van een soort van dorpsvisie. Prachtige initiatieven wat ons betreft.

Wellicht voel het een beetje als een ‘koekje van eigen deeg’ , nadat u eerst belasting heeft betaald. Structurele lastenverlichting creëert uiteindelijk toch ook ruimte voor particulier initiatief? Het één hoeft het ander echter niet uit te sluiten. Inwoners kunnen gemeentelijke taken zelf ongetwijfeld goedkoper uitvoeren dan de gemeente zelf, wat op kan termijn moet leiden tot lastenverlichting voor de burger. Neem het voorbeeld van de SWOM, deze verricht taken voor € 20.000,- die de gemeente normaal gesproken minimaal €140.000,- zou hebben gekost.

In Sint Anthonis gaat het om een bedrag van ongeveer €20.000,- per jaar. Waarom kunnen we in onze gemeente dit bedrag niet verhogen naar € 200.000,- per jaar? Een fiks bedrag waarmee je tegelijkertijd ook fiks kunt inverdienen door bijvoorbeeld de privatisering van dorpshuizen, bepaalde vormen van groenonderhoud laten verzorgen door inwoners, zorg en welzijnstaken laten uitvoeren door zorgcoöperaties en bijvoorbeeld bezuinigen op ambtelijke uren in het kader van leefbaarheid, recreatie en toerisme. Wat wordt inverdiend, dient dan ten goede te komen aan lastenverlichting voor de burger. 

Dit klinkt mogelijk extreem, het lijkt mij echter het onderzoeken waard. Een burgerbudget kan dorps-en wijkraden of een andere netwerkvorm de zeggenschap en ruimte bieden om specifiek in de eigen woonomgeving te investeren, in dingen die zij zelf belangrijk vinden. Wanneer je die autonomie als gemeente kunt creëren in kernen, dan is schaalgrootte van een gemeente helemaal niet meer zo belangrijk.

Met vriendelijke groeten, 

Mark Janssen
CDA Raadslid gemeente Mill en Sint Hubert