Zo wordt het criminelen wel heel gemakkelijk gemaakt. Als de plannen van het kabinet doorgaan, zijn privégegevens van ondernemers straks openbaar. Wie zou daar niet bang van worden? ‘Transparantie is één ding, maar hoe zit het met onze privacy?’

Gaan we binnenkort meemaken dat inbrekers met een lijstje ‘rijke ondernemers’ op pad gaan? Net als de Haagse inbrekersbende die in 2012 rondtrok met de Quote 500 in de hand. Of erger nog: wordt het ontvoerders gemakkelijker gemaakt om nieuwe slachtoffers te vinden? Die angst leeft onder familiebedrijven. En zo gek is dat niet. Als het inderdaad wettelijk verplicht wordt, zijn de persoonlijke gegevens van de aandeelhouders straks openbaar. En heeft iedereen – anoniem – toegang tot de gegevens van alle aandeelhouders met een belang van meer dan 25 procent in een familiebedrijf.

Op zich is het idee achter die openbaarmaking – het zogenoemde UBO-register – niet zo vreemd. Het is bedoeld om belastingontduiking, witwassen en de financiering van terrorisme tegen te gaan. ‘Iedereen snapt het doel’, zegt Marlies van Wijhe, directeur van het Zwolse Van Wijhe Verf en voorzitter van de branchevereniging FamilieBedrijven Nederland (FBNed). ‘Dat is het probleem niet. Maar zo kunnen we net zo goed in onze blote kont op het Binnenhof gaan staan. Zo voelt dit.’ Familiebedrijven zitten er volgens haar niet op te wachten dat ze ineens in de openbaarheid moeten treden. Die leiden liever een teruggetrokken bestaan. Wat volgens Van Wijhe ook te maken heeft met de cultuur van familiebedrijven: doe maar gewoon, dan doen je al gek genoeg, en: niet lullen maar poetsen. ‘De familie is met het bedrijf verweven, het gaat uiteindelijk om de business en het goed houden van de relaties binnen de familie. De overheid voelt dat niet altijd aan en komt dan met regelgeving die daar onvoldoende rekening mee houdt. Terwijl familiebedrijven ondertussen wel voor de helft van de banen zorgen.’

Daarom liggen gegevens straks dus gewoon op straat

In het UBO-register (Ultimate Beneficial Owner) worden de gegevens verzameld van iedereen met een belang van meer dan 25 procent in een bedrijf. Het doet er niet toe of die persoon ook daadwerkelijk actief is in het bedrijf. Alle gegevens zijn in te zien door officiële instanties als de Belastingdienst en justitie. Een deel van de gegevens (naam, geboortedatum, nationaliteit en aard en omvang van het belang) is ook door anderen in te zien. Welke personen deze informatie opvragen, wordt niet bijgehouden. Voor kwaadwillenden is het dus vrij gemakkelijk om anoniem te achterhalen welke personen een belang hebben in een bedrijf en waar zij wonen.
De beheerder van het UBO-register kan besluiten om in individuele gevallen persoonsgegevens af te schermen. Dan moet wel aantoonbaar zijn dat openbaarmaking risico’s met zich meebrengt voor deze persoon.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill