Foto’s: Cockie Kremers

De landerijen rond de boerderij van Gerrit Nabuurs aan de Zandbergseweg in Sint Hubert zijn beslist een paradijs voor dieren en insecten.

Vooral de klimop bij diverse bomen valt op. Over het belang daarvan vertelt natuurliefhebber en imker Gerrit (82 jaar) graag meer. Daarom stuurde hij ons een artikel van Rob van Hernen over dat onderwerp. Maar we wilden er meer over weten en gingen bij Gerrit op bezoek.

In het artikel van Rob van Hernen dat we ontvingen, lazen we: “Klimop is een algemene en toch weinig voorkomende en ten onrechte verguisde plant. In de planten gemeenschap van de klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond is de klimop een typerende kensoort. Overal in het land kom je klimop tegen. Dikwijls zie ik klimop hoog in de bomen gaan en na vele jaren, als de klimop in de breedte gaat groeien en bloeitakken gaat vormen, komt er iemand langs die de klimop onder aan de stam doorzaagt en dan sterft de plant af.” En dat vindt Gerrit zonde en absoluut niet nodig. 

Gerrit is in 1940 geboren in Wanroij. In 1951 verhuisde het gezin Nabuurs met 8 kinderen naar de boerderij aan de Zandbergseweg in Sint Hubert, die in 1908 gebouwd werd. Hier werden nog 2 kinderen geboren. Uiteindelijk bleef Gerrit samen met zijn broer Peter op de boerderij wonen. Peter is enkele jaren geleden plotseling overleden. Beiden zijn en waren het echte natuur- en buitenmensen. “Van ’s ochtends vroeg tot het ’s avonds donker is, ben ik buiten aan het werk,” vertelt Gerrit. Dat buiten zijn, werken in en met de natuur en dieren zorgde er ook voor dat hij veel weet over bloemen, planten, bomen en dieren.

De grote hobby van Gerrit is het bezig zijn met bijen: “Mijn vader had al bijen, die hebben mij zo vaak gestoken dat ik van bijen- en wespensteken geen last meer heb.” Gerrit las dat de klimop een goede plant is voor bijen. “Ik had hier ook een klimop, maar de bijen deden daar niet veel mee. Toen ik een keer in Langenboom was waren ze bij de kerk klimop aan het snoeien. Dat was een andere klimop dan ik hier had. Ik kreeg er een paar stekjes van en heb die hier bij de bomen gezet. Na een tijdje stikte het er al van de bijen. Ik had dus in eerste instantie de verkeerde klimop.” Diverse bomen bij de boerderij van Gerrit hebben nu klimop tegen de stam aan waar bijen en andere insecten te zien zijn.

“Landgoedbezitters en terrein- en wegbeheerders menen echter dat de klimop bomen verstikt,” zo schrijft Rob Hernen als imker in een artikel. “Als de plant groot wordt, moet men deze volgens hen verwijderen, dus juist als de plant zijn waarde voor de natuur kan ontplooien. Want dan is de klimop een nectar- en stuifmeelbron voor insecten, nestgelegenheid en voedsel voor vogels en beschermer van de boom waar hij tegenaan groeit.”  

Ook Gerrit merkte dit toen een tijdje geleden de gemeente de klimop bij de bomen aan de Zandbergseweg weg wilde snoeien. “De klimop heeft vanuit het verleden de naam dat deze bomen zou verwurgen. Maar bij de dikkere bomen die al een heel eind zijn uitgegroeid kan dat niet gebeuren. Je moet wel zorgen dat wanneer de klimop in de top komt, je hem wel gaat snoeien, maar de klimop tot aan de takken laten groeien kan geen kwaad.” 

Rob Hernen schreef hier ook nog over: “Natuurlijk sterven er wel bomen met klimop. Meestal zijn dat bomen zoals lijsterbes en de fruitbomen die niet de omvang en de leeftijd bereiken van bijvoorbeeld de inlandse eik. Ook de structuur van de takken maakt verschil. Iedereen kan waarnemen, in het bijzonder in de wintermaanden, dat de klimop in een volwassen eikenboom met een regelmatig gevormde kroon, nooit het einde van de takken bereikt, maar tot op ongeveer anderhalf tot twee meter van het uiteinde van de takken komt. Daardoor blijft s zomers de bladzone vrij en wordt de eikenboom niet gehinderd in zijn assimilatie en kan hij dus nooit stikken. Als de klimop dan toch nog doorgroeit dan is dat niet meer in de breedte of de hoogte, maar gaan de groeitakken naar beneden hangen, omdat ze geen houvast meer hebben.” 

Als redactie maakten we een wandeling rond de landerijen van Gerrit terwijl hij volop vertelde over struiken, bomen en de dieren die er leven. Ondertussen vertelde hij ook dat de natuur in zijn beleving helemaal ontregeld is. “Er zijn tegenwoordig ook bijna geen insecten meer. In het verleden had je toch vaak veel insecten op bijvoorbeeld de autoruit zitten. Dat is de laatste jaren echt veel minder geworden.” Op de vraag hoe dit volgens Gerrit komt zegt hij: “Er zijn veel minder heggen in de natuur. Als je vroeger langs een heg kwam zaten er vliegen, muggen en dazen, dat is tegenwoordig niet meer. Ook het spuiten in de landbouw zal er niet goed aan hebben gedaan.” Gevolg van minder insecten is ook dat daardoor andere dieren die insecten eten weer minder voedsel hebben. “Wij hadden hier een houtduif die bij het huis een nest gemaakt had. Vroeger hadden die hun nest in een meidoorn-heg, omdat die dicht begroeid waren en later in het seizoen konden ze nesten maken in ander groen. Maar helaas zijn veel heggen weggehaald.”

Kortom, de vraag van Gerrit aan u is: Zorg bij het aanplanten van uw tuin of andere locaties voor voldoende bomen, struiken en planten die een positief effect hebben op insecten en bijen.