Foto: Mooi & Mooi Fotografie

De initiatiefnemers van de nieuw op te richten vmbo-school in Mill vertellen het u graag. Maar liever laten we het woord over aan de mensen in onze regio die een verbinding hebben of hadden met het huidige regionale onderwijs in Mil. Wij vroegen Linda en Jet om oud leerlingen en docenten te interviewen over die tijd en hoe zij dat ervaren hebben.

Jet heeft deze keer een interview met Jan van den Hoek alias Jan Hoek, bijna 40 jaar docent Duitse taal op de vmbo-school in Mill. De foto werd gemaakt door Kristel Beelen van Mooi & Mooi Fotografie.

Tijdens zijn studie Duitse taal en letterkunde liep Jan stage op het Elzendaal College in Boxmeer. Het was tijdens die stage dat Jan de advertentie in de Koerier zag van de Sint Willibrord MAVO in Mill. Men zocht een docent Duits voor 15 lesuren. De banen in het onderwijs lagen destijds niet bepaald voor het oprapen en medestudenten hadden deze advertentie ook gespot. Toch werd Jan gekozen voor de baan en zo is zijn loopbaan in het onderwijs begonnen. Jan werd de opvolger van meneer Claassen.

Naast de 15 uur les in Mill, gaf Jan ook les aan de Moeder MAVO, Avond MAVO en Volks Universiteit Boxmeer.  Dat was wel even andere koek dan werken met pubers. Maar het werk op de school in Mill had toch zijn voorkeur. Vooral van de interactie met de leerlingen kon hij enorm genieten. En dan ook  nog mogen werken op een school die kleinschalig is, dat maakte voor hem het plaatje compleet. Iedereen kende iedereen, leerlingen, leerkrachten onderling. De band met elkaar was zeker zeer hecht te noemen.

De manier waarop Jan les gaf, was ook iedere keer anders. Soms kwamen zijn leerlingen over uit een andere klas waar de dingen niet zo soepel waren verlopen. Dan nam Jan de tijd om de leerlingen even tot zichzelf te laten komen, om daarna, alsnog met de lesstof te beginnen. En dan was het ooit wel hard werken, om samen alle lesstof toch nog te behandelen. Jan vertelde in zijn lessen vaak over de Tweede Wereldoorlog of over Berlijn en de Muur. Soms werd er zelfs een uitstapje gemaakt naar o.a. “Sporen van de oorlog” in Mill. Hieruit blijkt hoe bevlogen Jan als docent was. Hij werkte met de kinderen vanuit zijn hart en gevoel.  Het begeleiden van de pubers naar jong volwassen is een mooi proces.

Van 2009 tot 2011 heeft Jan een universitaire opleiding gevolgd, samen met 9 andere docenten uit Nederland, die verzorgd werd door het ministerie van Onderwijs. Tijdens die studie werd onder andere veel aandacht geschonken aan het puberbrein, aan het zelfbeeld van leerlingen en de invloed van docenten op dat zelfbeeld.  Tijdens die studie bezocht Jan scholen in het buitenland bijvoorbeeld in Noorwegen en in Engeland.  Daar zijn de  klassen in het voortgezet onderwijs niet groter dan maximaal 15 leerlingen. Het enorm grote voordeel hiervan is dat alle leerlingen de aandacht krijgen die ze verdienen en persoonlijke begeleiding is dan veel gemakkelijker te realiseren. 

De volwassenen die invloed hebben op het puberbrein zijn naast ouders ook docenten. Nu zijn de ouders voor de pubers niet altijd even belangrijk, reden voor de docenten om meer oog en oor te hebben voor de leerlingen. Kleinschaligheid in het onderwijs is dan een groot voordeel. Persoonlijke aandacht en elkaar goed kennen gaat daar vaak automatisch.  Problemen thuis of op school kunnen besproken worden. Veiligheid en vertrouwen zijn daarbij de sleutelwoorden.  Op een grote scholengemeenschap is het risico aanwezig dat kinderen zich niet gehoord voelen en zich verloren voelen. 

De betrokkenheid van Jan als leraar wordt ook duidelijk als blijkt dat hij alle agenda’s van de afgelopen jaren nog heeft bewaard. Daarin staan de namen en de cijfers van alle leerlingen en dat zijn er ongeveer 3500 in bijna 40 jaar. 

Jan kijkt met trots terug op het feit dat het Merlet in Mill het predicaat excellent kreeg. Hij benadrukt nogmaals dat persoonlijke aandacht, een vertrouwde omgeving, veiligheid en heel veel humor voor iedereen ontzettend belangrijk is. Hij hoopt dat een kleinschalige vmbo-school in Mill gerealiseerd kan worden. Want zowel docenten als ouders willen toch dat de kinderen een fijne start krijgen naar hun volwassenheid.