Veel kamers zijn inmiddels opgeknapt en hebben ieder een eigen naam gekregen, zoals de Vermeerkamer, zo vernoemd naar de zwart-wit geblokte vloer, zoals die veel in de schilderijen van Johannes Vermeer voor komt.
Ook de Zonnekamer, waar het meeste zonlicht binnenvalt is in ere hersteld. De lambrisering was al door de familie van Oudenaarde gerestaureerd naar voorbeeld van twee nog originele panelen. De twee openslaande deuren zijn uit rond 1820 en opgetrokken in Empire stijl. De open haard in de familiekamer dateert van rond 1450 gezien de Gotische bouwstijl. Zo zijn er door het hele kasteel heen kenmerken van diverse periodes te vinden, omdat het een en ander in de trend van toen werd aangepast.
Ook de handelskamer, waar de pachters hun tienden en accijnzen moesten afstaan is inmiddels weer intact. Toen de familie Geurts van Kessel het kasteel kocht was het volledig leeg en waren er o.a. in de badkamer vernielingen aangericht. De inboedel moest dus helemaal aangevuld worden en gelukkig hebben ze veel passend meubilair gekregen, zoals een grote kussenkast (zo genoemd omdat de panelen in de deuren als kussens uitpuilen). Verder is er ook veel serviesgoed geschonken en is de vader van Carolien bezig met het opknappen van de ongeveer 50 lampen, die wel zijn achter gebleven.
Soms kwamen ze voor veel verrassingen te staan, zoals een reusachtig gat in de vloer onder het laminaat, waar wel 7 kuub zand in kon en bijvoorbeeld een deur achter de tegels in de keuken. Van een balustrade op de overloop had men nog één paal en deze heeft de familie laten namaken om zoveel mogelijk aan het originele trouw te blijven. Zo vond men ook boeken uit de zestiger jaren, die verstopt waren in een opklapbare vensterbank.
Van zeer grote historische waarde is de muur op de overloop, een voormalige buitenmuur, van 17 meter lang en 8 meter hoog, die in Middeleeuws vakwerk is opgetrokken. Dit is uniek voor de lage landen, want nergens is zo’n muur van dit formaat te vinden en hij trekt daarom nu ook veel deskundigen en historici. Origineel was de muur gevuld met leem, maar rond 1550 werd ie ‘versteend’, puur omdat het gebruik van bakstenen een uiting van rijkdom was.
Geschiedkundig gezien erg interessant zijn de zichtbare overblijfselen van de schuilkerk, die tussen 1648 en 1744 in het stalgedeelte was gevestigd. De balken vertonen nog kalkresten, waarmee ze destijds wit zijn gemaakt. Er zitten slechts kleine hoge raampjes in, want de katholieke mis moest in het geheim gehouden worden, dus er was geen inkijk. Nog steeds is een soort luikje zichtbaar, wel op ooghoogte, waar mensen die om welke reden dan ook de mis niet konden bijwonen (bijvoorbeeld door besmetting met de pest) toch getuige hiervan konden zijn, want anders zouden ze zeker in de hel belanden.
We kunnen terug kijken op een zeer bewogen geschiedenis en gelukkig is er weer volop beweging en bedrijvigheid in het kasteel. De Schenkerij met uitzicht op de Kasteelsche Velden en een prachtige echte tulpenboom, waarvan er slechts 15 in Nederland staan, zit in de voormalige boerderij gevestigd, waarover meer informatie te vinden is op www.schenkerijkasteelaldendriel.nl.
Al voor de derde keer werd er dit jaar een landelijke Brocantefair georganiseerd en op 5 oktober zal er het Pluk & Oogstfeest plaatsvinden. Op 13 september is de Open Monumentendag en in de toekomst wil de familie graag het kasteel ook openstellen als expositieruimte. U bent van harte welkom en treed in de voetsporen van al die freules, gravinnen en andere edellieden.
Geschreven door Marja Verheijen met dank aan Carolien Geurts van Kessel.
