Houtrook en houtstook blijven de gemoederen van veel mensen bezighouden. Ongeveer één op de vijf huishoudens heeft een open haard of kachel en die eigenaren associëren houtstook met gezelligheid.

Tegelijkertijd geeft ongeveer de helft van de mensen aan weleens last te hebben van houtrook. Daar staat tegenover dat uit onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de Nederlanders juist positief staat tegenover het stoken van hout. Waar het stoken van hout voor veel mensen gelijk staat aan gezelligheid is hinder door houtrook, bijvoorbeeld in de vorm van geur en gezondheidsschade, een steeds groter wordend probleem.

Tegenstellingen

Deze cijfers maken duidelijk dat het een onderwerp is met veel verschillende standpunten en geen pasklare oplossingen. Deze tegenstellingen spelen ook in onze gemeente. Steeds vaker melden bewoners zich bij ons met het verzoek om op te treden bij rook- en/of stankoverlast. Afgelopen week heb ik hierover met meerdere inwoners van gedachten gewisseld. Het is betreurenswaardig dat dit onderwerp in enkele gevallen al is geëscaleerd en heeft geleid tot burenconflicten.

In de praktijk is het voor ons als gemeente met de huidige regelgeving echter lastig om te bepalen wanneer precies sprake is van hinder of overlast om op grond hiervan te kunnen handhaven. Een probleem dat landelijk ook wordt onderkend.

Landelijke ontwikkelingen

Het platform Houtrook en Gezondheid (met daarin o.a. gemeenten en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft daarom naar aanleiding van de verschillende standpunten een aantal aanbevelingen gedaan. In een Kamerbrief van 15 januari 2019 geeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Stientje van Veldhoven, haar reactie hierop. Zij maakt in de brief duidelijk dat een verbod van houtstook niet aan de orde is, maar dat wel serieus ingezet moet worden op beperking van de belangrijkste gezondheidseffecten:

  • Zo wil de staatssecretaris ervoor zorgen dat de emissie uit houtkachels vermindert. Per 1 januari 2022 treedt de Europese Ecodesign-richtlijn in werking. Dit betekent dat voor nieuwe kachels eisen aan het ecologisch ontwerp worden gesteld. Hierdoor kan een kachel alleen nog op de markt worden gebracht wanneer deze aan bepaalde eisen voldoet ten aanzien van het rendement, de veiligheidsaspecten en de uitstoot. De staatssecretaris wil zo snel mogelijk (uiterlijk per 1 januari 2020) de strengere eisen van deze richtlijn invoeren.
  • Daarnaast wil de staatssecretaris inzetten op betere voorlichting over de impact van houtkachels en houtrook en over de manier waarop het best gestookt kan worden en zo de bewustwording vergroten. De wijze van stoken en het materiaal − droog of nat − zijn namelijk van belang voor de uitstoot evenals de weersomstandigheden. Het KNMI en het RIVM zijn bezig met het ontwikkelen van een ‘stookalert’. Deze alertfunctie geeft aan of het verantwoord is te stoken op basis van de weersomstandigheden.
  • Ook wil de staatssecretaris gemeenten in staat stellen om echte overlastsituaties aan te pakken, hiervoor is een algemeen meetprotocol in ontwikkeling waarmee voor de gezondheid schadelijke componenten gemeten kunnen worden.

Goed gesprek

Stoken is voor sommigen een lust maar voor anderen een last. In een situatie waar je door dit verschil van beleving lijnrecht tegenover elkaar komt te staan, is er wat mij betreft geen betere optie dan met elkaar in gesprek te gaan. Toon begrip voor elkaars standpunten en probeer samen tot aanvaardbare afspraken en oplossingen te komen. Zoek de balans tussen lust en last en houd rekening met elkaar. Hopelijk neemt u mijn oproep ter harte, want met onze “dorpskracht” komen we er samen uit!

Burgemeester Antoine Walraven