Op het moment dat ik deze column schrijf zijn wij druk doende met de “cijfers van de gemeente”. Elk jaar rond deze tijd maken wij onze zogenaamde kadernota.

Deze kadernota geeft de plannen van de gemeente met financiële vertaling aan voor de komende vier jaar Met het vaststellen van deze kadernota in juli geeft de gemeenteraad ons richting en input voor de begroting die in november in de gemeenteraad komt. Het beeld wat je overal ziet in Nederland is dat het voor gemeenten een hele opgave is om voor de komende jaren een sluitende begroting te presenteren. Een belangrijke oorzaak hiervoor zijn de stijgende kosten van de jeugdzorg. De budgetten die wij van het Rijk ontvangen voor jeugdzorg zijn onvoldoende om de kosten te kunnen betalen. De laatste weken stonden de kranten hier vol mee en in menig praatprogramma op tv werd hier aandacht aan besteed. Veel gemeenten deden, al dan niet via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), een oproep aan de minister en de tweede kamer om aandacht voor dit probleem te vragen. Gelukkig kwam Minister de Jonge vorige week met de mededeling dat het Rijk de komende jaren extra budget aan de gemeenten beschikbaar gaat stellen voor de jeugdzorg. Dit geeft ons hopelijk weer de ruimte om op een goede en verantwoorde wijze deze belangrijke taak uit te kunnen voeren. Wij als gemeente staan voor de zorgplicht voor onze jeugd en daar willen en zullen wij ook zeker niet voor weglopen.

Wat is er aan de rand?

Onlangs was ik aanwezig bij een bijeenkomst over bevolkingskrimp met de veelzeggende titel “Wat is er aan de rand?”. Het fenomeen bevolkingskrimp is niet langer voorbehouden aan het zuiden van Limburg, het oosten van Groningen en Zeeuws-Vlaanderen, maar ook aan de randen van onze provincie zien we de eerste symptomen van bevolkingskrimp.
Krimp is pas iets wat ons, zo lijkt het, pas de laatste jaren echt bezighoudt. Maar de kiem ervan ligt in de jaren zestig van de vorige eeuw. Direct na de oorlog was op het platteland de grootste bevolkingsgroei. Gezinnen met meer dan 10 kinderen was geen uitzondering. In de jaren zestig kenterde dit. De welvaart nam toe, anticonceptie werd gemeengoed. Het aantal grote gezinnen ging dalen. Ook zie je een trek van jongeren naar de stad om te gaan studeren. Een aantal keert terug naar de streek waar ze vandaan komen, maar een groot deel blijft “hangen in de stad”. Vraag is dus ook, wat kunnen we doen om het tij te keren? Met ander woorden, hoe houden en maken wij onze mooie regio aantrekkelijk voor onze jongeren? Dit wordt een van onze grootste uitdagingen voor de komende jaren. Op deze bijeenkomst gaf Yvonne van der Horst een inkijk in het proces wat gaande is in Langenboom. Een proces waarbij het dorp zelf nadenkt over hun eigen toekomst en wat nodig is in hun ogen om het dorp vitaal en leefbaar te houden.
Een interessant proces waar zeker nog meer over gezegd en geschreven zal worden de komende tijd.

Wethouder Erik van Daal