Wat kan ik doen met het spaargeld van mijn eenmanszaak? Gelden hier fiscale regels voor?

Voor het antwoord op deze vraag geldt de zogenoemde vermogensetikettering. Activa die een functie vervullen in uw onderneming worden tot het ondernemingsvermogen gerekend. Met betrekking tot liquiditeiten, spaarrekeningen en deposito’s moet worden getoetst of je ze binnen afzienbare tijd nodig hebt ter financiering van investeringen in bedrijfsmiddelen of andere bedrijfsuitgaven (zoals het aflossen van zakelijke schulden). Zo niet, dan moet je deze tegoeden als duurzaam overtollig beschouwen en overhevelen naar box 3. Dit wordt in de praktijk wel eens vergeten omdat ondernemers vaak denken dat gelden die binnen de onderneming zijn verdiend tot de sfeer van die onderneming blijven behoren. Uiteraard is het altijd aan te bevelen om enige extra reserve in de onderneming aan te houden, waarbij de inspecteur niet op de stoel van jou als ondernemer mag gaan zitten. De inspecteur mag enkel marginaal toetsen: hij moet aannemelijk maken dat geen enkele andere ondernemer zoveel overtollig geld in de onderneming zou aanhouden. Het niet langer tot het ondernemingsvermogen rekenen van spaartegoeden kan overigens tot gevolg hebben dat er vanwege onvoldoende ondernemingsvermogen geen dotaties aan de oudedagsreserve kunnen plaatsvinden. Aan de hand van een eenvoudig voorbeeld blijkt het voordeel van het hebben van banktegoeden in de onderneming in plaats van in box 3. Als ondernemer betaal je maximaal 49,5% IB over uw winst. Van die winst is 14% vrijgesteld (mkb-winstvrijstelling). Je betaalt dus effectief maximaal 42,6% belasting. Stel je hebt een bedrag van € 200.000 aan spaargeld in jouw onderneming. De rente op jouw zakelijke spaarrekening bedraagt 0,5%. Over deze rente betaal je dan 42,6% belasting = € 426. Of dit gunstiger is dan het maximale tarief in box 3, hangt af van het percentage dat de Belastingdienst hanteert.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.