Bijtelling voor fiets van de zaak: hoe zit dat ook alweer?

Als de werknemer de fiets (ook een elektrische fiets of een speed pedelec) van de zaak voor woon-werkverkeer mag gebruiken, staat die fiets ook voor privégebruik ter beschikking. Voor dit privégebruik moet je als werkgever per kalenderjaar een bedrag bij het loon tellen. De bijtelling op het loon is 7% van de consumentenadviesprijs (inclusief BTW) van de fiets.

Stel je een werknemer een elektrische fiets ter beschikking van bijvoorbeeld € 2.000, die de werknemer ook privé mag gebruiken? Je moet dan elk jaar (7% x € 2.000) € 140 bij zijn belast loon tellen. Per maand komt dat neer op € 11,67. Als de werknemer een eigen bijdrage betaalt vanuit zijn nettoloon, mag je deze in mindering brengen op de bijtelling. De vergoeding of verstrekking van accessoires die verband houden met de fiets vormen geen loon, maar een vergoeding voor intermediaire kosten. Dit heeft dus geen invloed op de bijtelling. Onder accessoires vallen onder andere een extra slot, fietstassen, een fietsmandje of reparatiekosten. Dit geldt ook voor een vergoeding of verstrekking van een fietsverzekering. Een regenpak is overigens wel loon van de werknemer. Je kunt deze eventueel aanwijzen als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR). Let er wel op dat u bij overschrijding van de vrije ruimte 80% eindheffing betaalt over het meerdere. Gaat de werknemer uit dienst en wil hij zijn fiets van de zaak meenemen, dan moet hij dat voorleggen aan zijn werkgever. Dat kan overigens afgesproken worden voor het einde van de leasetermijn, net als bij een auto van de zaak. Voor de berekening van de waardevermindering kun je uitgaan van 20% per jaar. 

Zie je het niet zitten om de bijtelling elke maand op te nemen in de loonadministratie en -aangifte, dan kun je de fiets ook vergoeden of verstrekken aan de werknemer. De werknemer wordt dan de eigenaar van de fiets. Je kunt dan:

de waarde van de fiets bij het belast loon van de werknemer tellen;

de waarde van de fiets als eindheffingsloon in de vrije ruimte onderbrengen;

de waarde van de fiets bruteren;

een renteloze lening voor de aanschaf van de fiets afspreken met de werknemer, die deze bijvoorbeeld aflost met zijn onbelaste reiskostenvergoeding.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.