Een vreemd woord is het of anders gezegd de betekenis van het woord: bijna. Het heeft te maken met ‘nog net niet helemaal’ dus het is feitelijk niks... op weg ergens naartoe maar nog niet gehaald of behaald.

Met de vraag of het ooit komt. Het heeft te maken met verwachting maar ook met een desillusie dat het net niet gelukt is.

Mijn zonen hebben, de een meer als de ander, een soort allergie van woorden dus is het oppassen geblazen met wat ik zeg of wil ga zeggen. Soms moet ik de woorden op een presenteerblaadje met vrolijk gekleurde bloemetjes en veel positieve energie aanbieden, wil ik niet weggeblazen worden. Het woord ‘moeten’ viel heel lang heel erg verkeerd en pas dan kom je er achter hoe vaak je dat woord gebruikt. ‘Maar je moet toch eten, ademhalen, slapen?’ was mijn verweer maar ook dat werd onderuit geschopt omdat ook het woord willen gebruikt kon worden. Uiteraard volgde er dan een interessante dialoog met de vraag in hoeverre de geest, de wilskracht, het natuurlijk vermogen, de ‘automatische aansturing’ van willen leven in het geding kwam met name voor de ademhaling. Want als we niet kunnen ademen, geen lucht kunnen happen, gaat het gauw mis.

De oefeningen in het water (reuma patiënten vereniging) die we wekelijks krijgen geven me heel veel lucht. Op de eerste plaats omdat ik mijn hoofd natuurlijk boven het water houd maar vooral omdat onze instructrice me zoveel ruimte geeft. Ze gebruikt heel graag de termen: zo dicht mogelijk bij. En: zo ver mogelijk als je kunt. En daar ben ik haar hartstikke dankbaar voor. Het impliceert namelijk dat je gewoon je best moet doen maar als het niet lukt is het ook niet zo erg. Je bent er immers bijna! En bijna is beter dan niets, toch? Dus strek en rek ik mijn armen en benen. En doe talloze oefeningen bijna goed omdat er immers voor een volgende keer ook nog wat te behalen of winnen valt. Wanneer die volgende keer zal komen is dan weer een verassing, maar dat hebben we dan nog mooi te goed.

Wekelijks begeleid ik mijn zoon die het net niet heeft gered in de maatschappij die zo zijn eigen regels en normen en waarden heeft van wat goed en slecht is. En daar laveer ik tussen omdat een ouder immers het beste met haar kind voor heeft. Maar wat is het beste? Dat is nog een heel gepuzzel. Ik blijf het vreemd vinden dat iedereen weet dat ieder mens uniek is en dat er anderzijds in grote getale eenzelfde programma afgespeeld wordt. En dat we het uniek zijn dat eventjes (bijna) vergeten zijn. Gelukkig houd ik nog steeds van uitdagingen. Een gezonde positieve energie doet wonderen hoewel die me ook weleens (bijna) in de steek laat. En dan is het hard werken om die uit de krochten van mijn onderaardse bunker te halen. Om het licht te doen laten schijnen over de liefde die er altijd is en nooit weg is geweest. Daar komt geen woordje ‘bijna’ bij te pas, het is een kwestie van willen zien, voelen en horen. In een veel grotere ruimte dan waar ik me zelf in bevind.

De zomer is bijna voorbij maar de positief ingestelde mens hoopt dat we een mooie nazomer krijgen. Het eenvoudige woordje bijna definieert hoop, vreugde, opluchting maar ook verdriet om wat er eens was of had kunnen zijn. Bijna raakt, omvat en omschrijft (bijna) alles, de goede en slechte kanten van ons leven. Maar het impliceert voor mij vooral vreugde en hoop omdat het me de broodnodige ruimte geeft die ik schijnbaar nodig heb.

Tilly Gerritsma