Herrie, lawaai of drukte. Ik heb er een haat liefde verhouding mee. De ene keer hoor ik het niet of doet het me niets, en de andere keer erger ik me groen en geel. En soms raak ik er zelfs door ontroerd, van wat er achter de herrie zit dan.

Toch maar weer eens mijn wandelingetje maken want dat is hard nodig merk ik aan mijn lijf. Waar komt in godsnaam die herrie vandaan hoewel god zal er wel niets mee te maken hebben. Die verblijft in eeuwige rust en stilte zegt men hoewel ‘hij’ of ‘het’ is overal, dus ook in de herrie? Van al dat gefilosofeer raak ik de kluts kwijt maar voordat ik te ver afdwaal zie ik waar de herrie vandaan komt. Een paar mannen zijn een stoep aan het leggen en men is met een slijpmachine aan de gang. Net het echte leven dat is ook alle behalve vlak en precies op maat. Hoewel ze ijverig zijn en gefocust op het werk… neem ik aan, kijken ze toch op als ik voorbij ga. Het zal mijn rood oranje jas wel zijn die hen van het werk afhoudt, iets anders kan ik me niet voorstellen. In het vilheide bosje aangekomen geniet ik van de vogeltjes en het geruis van de bomen. Jeetje, wat een herrie. De pauze is zeker voorbij want heel Volkel vliegt weer uit. Ik laat mijn gemoedsrust niet verstoren en blijf luisteren voorbij de vliegtuigen naar wat de natuur me brengt. Even later hoor ik een hele hoop getjilp. Men heeft duidelijk honger. Waar zitten ze dan? Ze gaan zo te keer. Volgens mij in het gat wat ik hoog in een boom zie zitten, ik kan niets anders verzinnen. Ik loop iets verder weg maar nog steeds gaan ze als een idioot tekeer. Ik geniet er van. Een wandelaar die ik tegen kom vertelt me dat er jonge spechtjes zitten. Maar dat de oude niet komen als ze gevaar zien. Mijn jas is wel heel erg opvallend en zo in contradictie met de natuur, dat zal het wel zijn. ‘Als je wegloopt’ vertelt de man ‘komen de ouders vanzelf terug’ Ja dat zie ik dan niet want ik heb geen ogen op mijn rug. Volgende keer maar achteruit lopen?

Mijn kleindochter maakt ook veel drukte ze kan haar mondje niet houden en vertelt honderduit. Leuk, zeg ik tegen de ouders. Vermoeiend, zeggen zij. En wat te denken van mijn houten vloer die altijd enorm kraakt. Ik hoor het niet en stoor me er niet aan behalve als er viste komt. Ik verontschuldig me dan altijd en erger me dood. Vooral als iemand met ‘n voet op een plek dezelfde beweging blijft maken en de vloer blijft maar kraken. De ander hoort schijnbaar niets maar ik… zou de persoon in kwestie het liefst willen aanduwen om ergens anders te gaan staan. ‘Gezellig die vloer’ zegt een vriendin en ze meent het ook nog.

Een ander geluid is mijn klok, een gezellig getik en elk half uur en het hele uur laat hij zich horen. ‘De klok wil ik erven’ zegt een zoon. Een andere zoon denkt hier duidelijk anders over: ‘Dat antieke gevaarte.’ Een zoon irriteert zich enorm aan harde muziek en de ander geniet hiervan. Stofzuiger, mixer, centrifuge, föhn elektrische tandenborstel, iemand die aan het smakken is, iemand die een boer laat of een windje. Grappig als ik het bij mijn kleinkind hoor, nog wel... maar ik weet niet voor hoe lang. Per ongeluk of expres maakt ook verschil. Genoeg herrie om niets, lijkt me zo. Het alternatief: rustig, stil en vredig. Het spreekt me wel aan maar toch… wordt het dan niet erg saai?

Tilly Gerritsma