Hoe vreemd is het dat we in het jaar dat we de vrijheid uitbundig zouden vieren onze vrijheid kwijt zijn geraakt. Opeens mogen we niet meer zoveel, geen uitjes, geen uitbundig samen zijn, en dan die anderhalve meter...

Afgelopen week heb ik schandelijk geblunderd doordat ik er even niet bij was met mijn hoofd. Zoekend naar mijn boodschappenbriefje bemerkte ik dat ik het vergeten was. Jeetje, dat was niet best. Wat stond er ook alweer op? Ik zal toch niet de helft vergeten, ging er door me heen. Ja een mens kan zich maar ergens druk over maken. Dus diep in gedachten verzonken, aan het graven wat ik eerder opgeschreven had, liep ik door de winkel. Ondertussen iets pakkend wat ik herkende als genoteerd op mijn lijstje. Wreed werd mijn gezoek in mijn hersenen verstoord door een mevrouw die op strenge toon riep:

‘Nu loopt u al voor de tweede keer in mijn vaarwater, u komt te dichtbij!’ Jeetje dat was schrikken. Ik bood mijn excuus aan en haalde mijn concentratie naar boven in het nu. Maar wat stond er verdorie nog meer op mijn lijstje? Dus ik moest toch weer de diepte in stond even later volop te peinzen toen een ander mevrouw me vriendelijk vroeg of ze erdoor mocht. Hoe bijzonder dat we vroegen wat afscheurden met de winkelkar, botsen was niet wenselijk maar ja zo erg was het ook weer niet. En nu…een geheel andere tijd.

Afgelopen week zag ik op de televisie dat de afstand gemeten werd met een hoepel. De mens centraal in het midden. En dan, afhankelijk van de omvang van de mens, zoveel cm rondom je heen vogelvrij. Ik ben duidelijk de mist ingegaan afgelopen week met de juiste afstand te bewaren. Ik denk er nu over om een grote ruimvallende petticoat te gaan dragen of een hele wijde hoepelrok. Zou dat niet het beste zijn? Iedereen een soort hoepel om zich heen zodat we elkaar niet kunnen raken? En elkaar niet kunnen irriteren want de norm anderhalf meter, zal voorlopig wel blijven, volgens Mark

Afgelopen week las ik dat knuffelen zo belangrijk is en elkaar aanraken. Mits je natuurlijk op de goede, lees positieve, warme, liefdevolle, frequentie hebt ingesteld. Mensen kunnen elkaar omhoogtrekken en anderzijds ook omlaag in de afgrond duwen. En hoe zit het dan met verkering? Het met elkaar verkeren, heel dichtbij, een fijne relatie. Hoe moet dit dan in godsnaam of blijft hier ook de deur voor op slot? Het is maar goed dat de meeste relaties die ontstaan niet direct kinderen willen anders zag het ruit. Een heel gat in de wereldgeschiedenis met minder tot geen nieuw leven.

Gelukkig is de menselijke geest ijzersterk en creatief. En ook al denken we te verzuipen, het hoofd komt boven het water zo gauw we maar een lichtstraaltje kunnen zien. De natuur is in deze natuurlijk een gigantisch voorbeeld want ook al lijkt deze volledig gekraakt, morsdood en geen leven te bevatten. Toch op wonderbaarlijke miraculeuze wijze ontstaat er nieuw leven, voetje voor voetje, beetje bij beetje. De natuur past zich aan de omgeving aan. Er ontstaan vaak nieuwe of ander planten en dieren in een omgeving die voorheen als het ware ten dode was opgeschreven. En als de natuur en het dier zich kunnen aanpassen, wat kunnen we dan verwachten van de mens die zoveel meer capaciteit in zich heeft.

De natuur komt weer tot leven, nestjes worden gebouwd en jonge vogeltjes vliegen uit. De zon komt op en gaat iedere dag ook weer onder. Er veranderd van alles, we gaan gewoon door want de mens is creatief en zit vol wilskracht.

Tilly Gerritsma