Het is al weer vele jaren geleden dat ik in een verzorgingstehuis heb gewerkt. En ik en vele collega’s met mij hoopten dat ze hier nooit in terecht zouden komen. Dat had niets te maken met de verzorging maar met zelfstandigheid, de regie niet meer hebben of gedeeltelijk los moeten laten over je leven.

Mijn moeder had ditzelfde gevoel. Ze wilde sterven, ik noem het overgaan, in haar eigen huisje. Helaas is dat niet gelukt omdat het alsmaar slechter met haar ging. Ze kon niet meer alleen en zelfstandig blijven wonen. Gelukkig was er wel heel snel een plaatsje vrij in Aldenhorst op de afdeling Fazant. Moeder zou nog maar kort te leven hebben maar uiteindelijk is ze er toch bijna vier maanden verbleven. En wat kwam ze in een warm bad terecht. Wat geweldig voor ons als familie om te zien dat ze zoveel liefdevolle aandacht kreeg, een aai over haar arm, een knuffel als het haar allemaal te veel werd. Natuurlijk moest ze wel eens wat langer wachten als ze gebeld had maar kun je daar de verzorging de schuld van geven? Ook zij hebben maar twee handen en personeelstekort is ook hen niet vreemd. Tot onze verwondering bloeide moeder zelfs een korte periode op. De laatste jaren gaf ze niets om carnaval maar tot mijn verbazing zag ik haar genieten van alle optredens in de zaal. Ze genoot van het koor, van de mensen om haar heen en met name ook de liefdevolle verzorging. Ze gaven haar alle tijd en ruimte die ze nodig had om te wennen en ondersteunde haar bij verdrietige momenten. Diep respect heb ik voor de mensen die werken vanuit het hart en al hun gevoel daarin leggen. Moeder had op geen betere plek kunnen eindigen. Ik koester de herinnering dat moeder en ik vaak telepathisch verbonden waren. Een van de laatste herinneringen is dan ook dat ik bij haar bed zat en dacht: zal ik moeders haren even kammen. Ik had het nog niet uitgesproken of moeder vroeg of ik haar haren wilde kammen. 

Het afscheid wilde moeder graag klein en intiem houden en wat een prachtige locatie is het afscheidshuis Fiore in Sint Hubert. De kist mochten de kleinkinderen versieren.  Met stiften en krijtjes werd een doodgewone kist al gauw een kleurrijk verhaal. Handjes en handen, hartjes, mooie tekeningen en vele achtbanen (Floris twee jaar) versierden de kist. Iets wat droevig is werd zo toch wat feestelijk zoals moeder het gewild had. We namen afscheid met koffie en gebak en later zou er nog een etentje volgen. ‘Ik betaal’ had moeder gezegd ‘maak er een klein feestje van.’ Moeder had het geluk dat ze tot op hoge leeftijd nog actief was met yoga, country dansen, bridge. ‘Ik ga ervoor’ zei ze vaak en dat was ook zo. 

Ik koester de vele mooie herinneringen die we samen hebben opgebouwd. De vele fietstochtjes die we gemaakt hebben. Twee thermoskannen in de tas. Een voor koffie en thee, en een voor een cup of soep momentje. Mijn moeder genoot van het leven. De vele uitjes, vakanties, kopjes koffie met uiteraard iets lekkers op een terrasje. Bezoek van kinderen en vooral de kleinkinderen daar genoot ze enorm van net als de meeste opa’s en oma’s. Heel bijzonder dat in zo’n kort mensenleven want wat is nu honderd jaar? Zoveel ervaringen meegemaakt en doorleefd worden. Ten aanzien van je bewustzijn is dat een enorme rijkdom die opgebouwd wordt. Menigmaal zei moeder: Ik heb een mooi leven gehad. En ik gun haar van harte een mooi leven in de sferen toe.

Tilly Gerritsma, Mill