Foto: Nel van Duren

Door Paul Vogels - “Bilal (29) is heel precies en wil het graag heel goed doen”, zegt John van Moorsel van Leerbedrijf Wits Zuid, vastgoedonderhoud in Den Bosch.

“En ambitieus, hij wil echt zelf leren om het schildersvak in de vingers te krijgen. Van ons leert hij de taal. Wij Nederlanders kunnen ook van hem leren, netjes, leergierig, beleefd en rustig als hij is. Je kunt aan zijn volwassen gedrag en zijn manier van praten en denken merken dat hij echt wat heeft meegemaakt.”

Tot 2015 woonde Bilal met zijn gezin in Damascus. Voor de oorlog had hij daar zijn eigen bedrijfje, een handel in witgoed en trouwkaartjes, maar dat werd tegelijk met hun woning geheel vernield. Dienen in het leger van Assad, gevangenisstraf, onderduiken of vluchten, dat waren de opties voor de toen 25-jarige Bilal. Het lukte hem om met zijn vrouw Duaa en hun beide jonge kinderen, Joud en Taim, via Libanon naar Turkije te vluchten. Vanaf daar maakten ze de oversteek in een overvol bootje naar Griekenland. Terwijl hij dit vertelt, moet ik denken aan de iconische foto van het jongetje dat aanspoelde bij de kust van de Turkse badplaats Bodrum. “Wij hadden geluk, het was augustus, mooi en rustig weer die dag”, zegt Bilal.

18 dagen lang per bus, trein, vrachtauto en soms lopend, onderweg door Macedonië, Servië, Hongarije, Oostenrijk, Duitsland en uiteindelijk naar Nederland. Vooral het lopen was heel zwaar, vertelt Bilal, samen met een grote groep medevluchtelingen uit veel verschillende landen. Joud en Taim waren nog te klein om lang te kunnen lopen. Bilal en Duaa moesten ze vaak dragen. Er werd niet op hen gewacht en achterblijven was te gevaarlijk.

Hier in Mill zijn Bilal en Duaa blij met hun woning en met fijne buren. Bij hen kunnen ze altijd terecht. Zo ging een buurvrouw mee met Duaa naar de huisarts, toen ze het gevoel kreeg niet begrepen te worden en steeds werd afgescheept met paracetamol. “Dat helpt niet tegen mijn klachten. In Syrië krijg je veel gemakkelijker zwaardere medicijnen.” Duaa (25) is als huisvrouw meestal thuis voor haar kinderen. Ze gaat alleen het huis uit voor de wekelijkse taalles en wanneer ze als vrijwilligster Arabisch vertaalwerk doet voor vluchtelingenwerk. “Het is hier fijn, maar ook wel erg stil en soms ook saai. Bilal moet voor zijn werk vroeg en ver weg en is pas laat thuis.” Ze verlangt vaak terug naar het bruisende stadsleven van het Damascus van voor de oorlog, waar ze vier jaar geleden nog woonden. Bilal mist zijn familie het meest, maar of ze terug willen? “Het is geen oorlog meer maar zeker nog niet veilig. Alles wat we hadden is kapot of weg en het leven is er nu nog veel te duur om ons gezin te kunnen onderhouden.” Misschien wordt het mogelijk om hier in Nederland naar een stad verhuizen met meer leven, meer mensen, en meer kansen op werk en opleidingen. Want Leerbedrijf Wits Zuid is prima, maar Bilal heeft ambities om zich als vakman verder te ontwikkelen. “En saai in Mill? Hier heb je vier seizoenen in een dag, in Syrië maar een in 3 maanden”, zegt Bilal lachend.