In april 1923 schrijven Edgar en Julie, dat ze gelukkig met Pasen paaseieren konden kopen, want dat deed Eugenie aan Nederland herinneren. In dezelfde brief verzoeken zij de familie Klomp of Eugenie misschien weer naar Nederland mag komen.
In het vorige deel vertelden wij over een lelijke brief, die door een mevrouw Ehert uit Wenen aan de familie Klomp was geschreven.
Een nieuw jaar is begonnen, 1922, bijna 4 jaar na afloop van de Eerste Wereldoorlog. In het vorige deel schreven we, dat het niet helemaal duidelijk is hoe vaak Eugenie en haar zusje Emma in Nederland zijn geweest en hoe lang ze er dan verbleven.
Uit de brief van 27 augustus 1921 blijkt, dat de twee meisjes in Nederland verblijven. Hun ouders denken de hele dag aan hen; ze zijn nog zo klein en zo ver van huis, maar in Wenen is de toestand nog steeds erg slecht.
Het is Pasen en de eerste tekenen van de lente zijn ook in Wenen zichtbaar. Gelukkig wordt het weer minder koud, want kolen om het huis warm te stoken zijn er niet.
Peter weet niet wanneer Eugenie voor het eerst bij zijn grootouders heeft verbleven. Ook de vraag hoe ze daar gekomen is, houdt hem bezig.
De collectie brieven en foto’s van Peter Klomp uit Wanroij zullen we beter begrijpen, als we iets weten van de politieke en de economische situatie aan het begin van de vorige eeuw.
Vorige week vertelden wij over Peter Klomp, die in het bezit is van een unieke collectie brieven en foto’s van 100 jaar oud van een Oostenrijkse familie gericht aan zijn opa en oma.
Begin december vorig jaar werd ik op de hobbybeurs in De Wester in Mill aangesproken door Peter Klomp, die daar stond met zijn grote collectie bonsaiboompjes.
Wellicht ervaren jullie als lezer van deze krant dit als een vreemd bericht tussen al dat nieuws over de feestelijke activiteiten tijdens de Millse Carnaval. Toch willen wij jullie over het volgende informeren.
Pagina 6 van 10