Tilly Gerritsma

  • ‘De wonderen zijn de wereld nog niet uit’ is een prachtig gezegde en heel fijn, dat er weer een wondertje mijn kant op kwam. Het kinderboekje wat ik ruim een half jaar geleden geschreven heb was bijna ter ziele gegaan. Een mooie uitdrukking omdat het gaat over de dood die niet bestaat en tot

    ...
  • ‘Goede morgen’ appte mijn buurman Marwan. ‘Over een half uurtje?’ appte ik hem terug. We hadden afgesproken om een gesprekje te voeren en dan kon ik daar mooi een column over schrijven. Leerde ik de buurman ook weer wat beter kennen.

  • Geen idee hoe het gesprek kwam op ‘goede tijden en slechte tijden’. Het zal wel iets te maken hebben gehad met het weer. ‘Dat kijk jij toch niet?’ zei mijn buurman bij de viskraam die net als ik op de gebakken vis aan het wachten was. ‘Bestaat dat nog?’ zei ik verbaasd.

  • ‘Kunnen we een keer afspreken?’ appte hij me. ‘Ik wil het ergens met je over hebben’. Natuurlijk word ik dan enigszins nieuwsgierig. Zou het over een bepaalde tekst zijn in een boek wat hij aan het lezen is. Zou het iets zijn wat iemand hem verteld had? Ik had geen idee.

  • ‘Geniet van ’t sunneke’ appte ze me bij het einde van het bericht. Ik keek naar buiten, nergens geen zon te bekennen. Het duurde een half uur voordat ik de zon die vanaf (‘t Huukske) Langenboom moest komen, in Mill te zien kreeg.

  • Er ligt me toch een stapel mappen te wachten totdat ze verwijderd worden. Geen digitale mappen maar van die ouderwetse die je in de hand kunt houden. In allerlei kleuren en maten staan ze al jaren te wachten totdat ze verwijderd worden.

  • Het was toch wel heel erg duidelijk, een teken aan de wand. Wat zeg ik… de vele tekens die ik kreeg maar ik heb ze echt niet gezien. Ik wilde ze niet zien omdat ik iets beloofd had en belofte maakt schuld. Maar toch moest ik mijn hoofd buigen voor de tekens die ik veelvuldig kreeg.

  • Ze is de rust zelve. Helemaal in haar eigen wereldje dat ik nu kom verstoren. ‘Helemaal niet erg’ vertelt ze me. ‘Anders los ik helemaal op in de geest en zo ver is het nog niet’.

  • ‘We leven in een zeer bijzondere tijd die maar eens in de paar honderd jaar voorkomt’ vertelt professor Bob de Wit, Hoogleraar Strategisch Leiderschap aan Nyenrode.

  • De voordeurbel gaat. Ik heb alle tijd van de wereld, nauwelijks verplichtingen, dus ben nog niet beneden geweest ofwel nog niet op. Ik maak het raampje open van de badkamer en roep oehoe! Tja ik woon aan de bosrand waar ik vaak een uil hoor dus ik pas me gewoon aan.